Van nul tot zeven jaar
HomepageInleidingHoofdstuk 1Hoofdstuk 2Hoofdstuk 3Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 2


Mijn geboorte
Van haar werk als kraamverzorgster heeft Griet vast wel wat van opgestoken. Want toen ik werd geboren in 1952 kwam zij na verloop van tijd bij ons logeren en zij was degene die besloot, dat ik als kleine baby meer voeding moest hebben omdat ik constant aan het huilen was. Daar had ze oog voor.

Tante Griet met mij in de tuin van de Mercatorstraat, 1954



Mijn vader en ik in de tuin van de Mercatorstraat


Lytse Fajnt, grutte Tom en uut van huuzer Toen ik klein was werd ik door tante Griet vaak aangesproken als lytse fajnt. Mijn vader was groot en wij waren de logees en over ons werd gesproken als uut van huuzers. Logeren kon je overal, maar alleen bij Griet was je wat specialer. Pake zal Beppe bij de hoksebokse pakke Wat tante zoal zong en wat voor spreuken en grapjes ze in petto had, een van die spreuken is de bovenstaande. Wat de betekenis is, ik weet het niet, maar het heeft iets ondeugends. Nu ik dit pas weer aan mijn vader vroeg, kwam ik erachter, dat het hier om de broekspijpen gaat. Dan was er een versje van: tweeka en drieka is .... het ene slaat op een nylonkous of het was tweeka minus drieka is: een naakte boerenmeid ..., oo de koo skiet oo de bolle het is om het even of de koe of de stier zijn behoefte doet "de tiid helt kjin skoft" dat stond op het aardewerk bordje wat bij tante aan de wand hing. De tijd houdt geen schafttijd. Dat paste bij haar. Mijn dagboeken Van twee vakanties heb ik nog dagboeken. Dat was toen ik 9 en 10 jaar oud was.


Mijn dagboek, zomer 1961





Mijn dagboek, zomer 1961

Dinsdag 18 juli 1961.

We gingen om half drie uit Amsterdam. En we hebben onderweg nog bij een parkeerplaats gegeten. Toen heb ik ook nog bloemen geplukt. En toen gingen we over de afsluitdijk naar Workum. (In Friesland spreken de meeste mensen Fries in plaats van Hollands).

Woensdag 19 juli

Eerst heb ik mijn oude vrienden Onno en Pieter opgezocht, en omdat het regende, hebben we toen spelletjes gedaan.

Donderdag 20 juli.

Ik heb voor mijn tante de buitenmuur gewit om geld te verdienen om een boot te huren. Op zolder staat een mooie zeilboot van een meter lang. Daarmee hebben Pieter en ik in de vaart gezeild.

Vrijdag 21 juli.

Omdat het de hele dag regende, hebben we de hele dag spelletjes gedaan. 's Middags werd het beter, en toen hebben we nog een eindje gereden met de auto via Hindeloopen naar Koudum en door het Heidenschap weer terug.

Zaterdag 22 juli 1961.

's Middags heb ik met mijn vrienden een boot gehuurd. Toen hebben we het zeilbootje er achter laten varen, toen zijn we ook nog een paar keer in het riet gevaren, die avond hebben we ook nog spelletjes gedaan.

Zondag 23 juli 1961.

Vandaag waren we naar het Rijsterbos geweest. Dat ligt in het Gaasterland. Daar hebben we ook vogels gezien. Ik dacht dat het scholeksters waren. We hebben ook in het bos gegeten. Na het eten zijn we weer naar huis gegaan. Vlak bij het bos was ook nog een speeltuin. Daar had ik gespeeld, en mijn vader en Moeder gingen ook even mee en mijn zusje ook.

Maandag 24 juli 1961.

Maandag 24 juli Vandaag waren we naar Hindeloopen geweest, naar het Hindeloopenstrand. Onno en Pieter gingen ook mee, en hun zusje Tineke ook. Toen we aan het strand waren hebben we een grote haven en een brug en een kasteek gebouwd. Daarna zijn Onno en Pieter en mijn vader nog in zee geweest. Ik had me toen al weer aangekleed. Toen we allemaal klaar waren zijn we weer naar huis gegaan.

Dinsdag 25 juli 1961.

Dinsdag 25 juli Vandaag waren we naar Wieuwerd geweest. Daar is in een kerkje een grafkelder. We waren met zijn zessen, Pieter en mijn Tante en mijn Vader en Moeder en ik en mijn zusje. In de grafkelder liggen vier mummie's. Daarna zijn we naar het park in Sneek geweest, daar hebben we héle mooie vogels gezien en ook apen en marmotten. Toen zijn we maar naar huis gegaan.

Woensdag 26 juli 1961.

Woensdag 26 juli Vandaag was ik jarig, toen heb ik een heleboel cadeautjes gekregen, een bootje dat vaart op batterijen, een pistool, een bal, een autootje, en een spellendoos. We hebben ook gebakjes gegeten en we hebben ook gekaart. Die avond bleef ik op tot half twaalf.

Donderdag 27 juli

Donderdag 27 juli Vandaag waren we weer naar het Hindelooperstrand geweest. Mijn tante en mijn Vader en Moeder en mijn zusje, en mijn vriendje Onno, en ik. Omdat het zo koud was, zijn we maar een uurtje gebleven. Toen we weg gingen, zijn we naar Staveren gereden, om naar de elfstedentocht te kijken. En we hebben ook nog vis gekocht. En toen we dat opgegeten hadden, zijn we naar Warns gereden. Toen zijn we daar weer gestopt en toen hebben we weer vis gegeten en we hebben ook nog boten gezien. Die deden ook mee aan de elfstedentocht. Toen het een beetje begon te regenen zijn we weer naar huis gegaan.

Vrijdag 28 juli 1961

Vrijdag 28 juli Vandaag gingen we weer naar het Hindelooperstrand. Daar hadden we een hele grote haven gemaakt, en daar heb ik mijn motorbootje in laten varen. Later zijn we weer naar huis gegaan.

Zaterdag 29 juli 1961

Eerst heb ik zitten vissen, ik heb ook nog een vis gevangen, en toen het begon te regenen ben ik maar naar binnen gegaan. Later heb ik nog spelletjes gedaan.

Zondag 30 juli 1961

Vandaag waren we naar Oranjewoud geweest. Ik heb ook in de speeltuin gespeeld. Daarna hebben we in het bos gegeten. Toen zijn we weer naar de speeltuin geweest, in het doolhof, en in de grot, en in het lachkabinet, en in de spiegelzaal. Daarna hebben we nog een ijsje gegeten. En toen zijn we weer naar huis gegaan.

Maandag 31 juli 1961

Vandaag zijn we weer naar het strand geweest. De zee was erg stil en daarom heb ik mijn motorbootje in zee laten varen.

Dinsdag 1 augustus 1961

's Morgens heb ik een boot gehuurd met mijn vriend Onno, we hebben twee uur geroeid. 's Middags zijn we naar het strand geweest.

Woensdag 2 augustus 1961

Vandaag zijn we naar het strand geweest. Mijn haven die ik eerst had gebouwd, was helemaal weggeslagen. Later hebben we die haven weer opgebouwd. En toen zijn we weer naar huis gegaan.

Donderdag 3 augustus Vandaag zijn we gaan vissen. Onno, Pieter, en een vriend van Pieter, en ik. Eerst waren we bij de zeedijk aan het vissen. Toen daar geen enkele vis tevoorschijn kwam, zijn we bij de sluizen gaan vissen. Toen we daar ook niets konden vangen, zijn we maar naar huis gegaan. Vrijdag 4 augustus Vandaag heb ik met Pieter een boot gehuurd. Zaterdag 5 augustus Vandaag zijn we gaan vissen bij de haven, Onno, Pieter, en nog een vriendje van Pieter, die hete Rense, en ik en mijn vader. Zondag 6 augustus Vandaag zijn we naar het strand geweest. En Pieter en Rense en mijn vader en ik zijn heel ver de zee in geweest. Maandag 7 augustus Vandaag zijn we weer naar het strand geweest. We hebben ook een hele diepe kuil gegraven. Dinsdag 8 augustus Omdat het zo regende zijn we in de auto gaan vissen. Woensdag 9 augustus Vandaag zijn we naar de speeltuin in Gaasterland geweest. En we hebben ook ijs gegeten. Daarna zijn we naar het bos van Kippenburg geweest. Donderdag 10 augustus 's Morgens heb ik een boot gehuurd. En 's middags zijn we naar het strand geweest. Vrijdag 11 augustus 's Morgens had het geregend. En 's middags werd het wat beter, en toen heb ik nog met mijn zeilbootje gevaren. Zaterdag 12 augustus 's Morgens zijn we naar Hindeloopen geweest. Om te kijken naar een tewaterlating van een schip. 's Midags zijn we gaan kijken naar het ringsteken. Paren in Fries kostuum reden in een sjees en moesten met een stok een ring steken. Daarna heb ik met mijn zeilbootje gevaren. En ik ben ook nog in een kano gevaren. Zondag 13 augustus Vandaag gingen we weer naar huis.


Mijn dagboek, zomer 1962

Vrijdag 13 juli Vandaag gaan we naar Friesland. Eerst moest mijn vader nog ergens naar toe voor zijn paspoort. We werden gebracht met de auto van mijn vriendje z'n vader. En die is met ons verder gegaan. Bij café Harkema en we hebben daar ijs gegeten. Toen mijn vader kwam zijn we eerst nog naar de bioscoop geweest. Toen naar het C.S. en hebben we de trein naar Enkhuizen genomen. Onderweg hebben we nog gegeten ook. Toen zijn we op de boot gegaan en toen we in Staveren kwamen zijn we weer in de trein gestapt en toen kwamen we in Workum waar mijn tante en Jellie ons al opwachtten. Toen zijn we met een taxi naar huis gegaan. Zaterdag 14 juli Vandaag zijn we naar Hindeloopen geweest. (Daar heb ik nog gespeeld). En Jellie ging ook mee. Jellie, mijn vader en ik hadden samen nog een héle grote haven gebouwd. Toen het bij etenstijd (6 uur) was, zijn we naar huis gegaan. Na het eten ben ik nog gaan vissen. (Mijn vader ging ook mee). Ik heb er geen één op het droge gehaald. Toen het en uur of tien was, ben ik naar huis gegaan. Zondag 15 juli Vandaag zijn we naar het Workummerstrand geweest. Ik heb nog gezwommen. We hebben ook nog ijs gehad. Toen zijn we nog langs het strand gelopen. Toen zijn we naar huis gegaan. Na het eten hebben mijn vader en ik gevist. Maandag 16 juli Vandaag heb ik met het zeilbootje gevaren en daarna gevist. Mijn vader moest vandaag naar het postkantoor om bericht te ontvangen of hij weer moest varen. Dit ontving hij --> (dit telegram ben ik verloren). Toen mijn vader had opgebeld, wist hij dat hij weg moest. Hij had meteen een taxi opgebeld naar het station, toen hebben we ze nog weggebracht naar het station. Toen zijn we weer naar huis gegaan. Daarna heb ik nog gespeeld. Dinsdag 17 juli 1962 Eerst heb ik even gevist. Mijn tante en ik zijn ook nog even bij de familie Nauta geweest, omdat mijn vader en moeder zouden opbellen. Leo komt met mijn moeder mee. En mijn vader mag als hoofdmachinist varen. Daarna gespeeld. En toen hebben we nog een spelletje gedaan. Die avond ben ik met Onno weggeweest met zijn brommer. Woensdag 18 juli Eerst heb ik even gevist. Daarna hebben we gefietst. Bij Workum de zeedijk langs en we hebben af en toe even op de dijk gestaan. Waar wij verschillende vogels hebben gezien. Toen zijn we over Ferwoude weer naar huis terug gegaan. Donderdag 19 juli Vandaag hebben mijn tante, Ida en ik, Leo en mijn moeder afgehaald. We gingen met de fiets naar het station. Toen gingen we met de trein naar Staveren. In Staveren hebben we nog gevulde koeken en chocolade gekocht. Om ongeveer kwart over vier kwam de boot uit Enkhuizen in Staveren aan. Toen zijn we naar huis gegaan. Daarna hebben we nog met het bootje gevaren. Toen nog gevist. Vrijdag 20 juli Eerst hebben we spelletjes gedaan. Toen hebben we een boddschap voor mijn tante gedaan. Toen hebben Leo en ik twee uur geroeid. We waren ook bijna op een groot schip gelopen. Na het varen hebben we scrabble gedaan. Toen zijn Leo en ik naar het station en zwembad gefietst. Toen hebben we nog even gevist. Zaterdag 21 juli Eerst hebben we gevoetbald. Daarna hebben we geroeid (ongeveer 4 uur). We hebben ook gezeild met de roeiboot. Na het zeilen hebben we gescrabbled. Toen hebben we het advertentiespel gedaan. Zondag 22 juli Eerst hebben we gespeeld. Toen gevoetbald. En we hebben daarna spelletjes gedaan. We zijn ook in het park geweest. Maandag 23 juli Eerst hebben we met het bootje gevaren. Toen hebben we gefietst van Workum naar Ferwoude via Gaast naar Parrega waar we iets gedronken hebben en toen terug naar Workum. Die avond hebben we spelletjes gedaan. Dinsdag 24 juli Vandaag hebben we eerst gezeild. Toen zijn we ongeveer 12 uur met de bus naar Rijs gegaan. Daar hebben we gespeeld in een speeltuin. Toen zijn we naar zee geweest. Ik heb ook nog gezwommen en we kregen ijs. Toen zijn we weer naar de speeltuin gegaan. Toen kregen we weer ijs en toen zijn we met de bus naar huis gegaan. Woensdag 25 juli Vandaag zijn we naar Hindeloopen geweest. Ik heb daar een haven gemaakt. We zijn ook in zee geweest. Op de terugweg hebben we ijs gehad en we hebben ook nog vogels gezien: kieviten, blauwe reiger, scholeksters, wulpen en waterhoentjes. Die avond hebben we spelletjes gedaan. (In Friesland heb ik leren klaverjassen). Donderdag 26 juli Vandaag ben ik jarig. Het is mijn tiende verjaardag. Ik heb een puzzel gekregen en roulette en 2 boekjes en een taart en 2 waterpistolen van Leo en 1 gulden van Onno en Pieter. Die avond hebben we spelletjes gedaan. Vrijdag 27 juli Vandaag zijn we naar Leeuwarden geweest. Onno, Pieter, Germen, Leo en ik. We zijn naar de veemarkt gegaan, daar werden koeien, paarden, geiten en schapen verhandeld. Het is wel leuk om dat aan te zien. We zijn ook op een andere markt geweest. Daar heb ik die dingen gezien waarmee ze elektrisch melken. Toen zijn we weer naar de veemarkt gegaan en toen naar huis. Thuis hebben we een boot gehuurd. Na het eten hebben we spelletjes gedaan. Zaterdag 28 juli Eerst hebben we gevoetbald. Daarna hebben we mikado gedaan. Toen hebben Leo en ik geklaverjast. Je kan klaverjassen ook met z'n tweeën doen. Aleen het is niet zo leuk. Tenminste dat vind ik. Daarna hebben we gefietst van Workum naar Koudum waar we ijs en een koek hebben gehad en toen naar Molkwar (in 't Fries Molkwerum) en via Hindeloopen naar Workum. Onderweg hebben we verschillende soorten vogels gezien. Die avond hebben we spelletjes gedaan. Zondag 29 juli Voor het eten hebben we spelletjes gedaan. En na het eten ook. Maar vandaag, er komt altijd wel een dag, moest Leo weg. Ongeveer 12 uur kwamen Leo z'n Vader en Moeder en z'n zusje. Toen ze ongeveer om 8 uur weggingen heb ik ook nog een eind meegereden. Toen zijn we, Ida en ik, naar huis terug gelopen. Die avond hebben we spelletjes gedaan. Zondag 5 augustus Vandaag zijn we naar Hindeloopen geweest. Die avond hebben we (Willy, tante, mijn moeder en ik) spelletjes gedaan. Ik heb ook nog een boek gekregen van Willy Nauta. Maandag 6 augustus Eerst heb ik even gezeild. Verder niet veel gedaan. Dinsdag 7 augustus Vandaag regende het. Die avond en middag hebben we speletjes gedaan. Woensdag 8 augustus Vandaag is er niet veel gebeurd. Ik heb alleen gevoetbald. Die avond spelletjes gedaan. Donderdag 9 augustus Vandaag heb ik nieuwe kleren gehad. Een korte en een lange broek. Ik mocht ook nog een pakje hebben. Ik wou het wel, maar mijn moeder vond het toch weer te oud staan. Toen heeft ze het weer terug gebracht. Die avond hebben we spelletjes gedaan. Vrijdag 10 augustus Eerst heb ik met mijn scheepje gezeild. Daarna heb ik een eindje gefietst. Die avond hebben we geklaverjast. Zaterdag 11 augustus Vandaag is de vakantie in Workum afgelopen. Want we gaan naar Tilligte bij Oldenzaal. We gingen met de trein naar Leeuwarden en toen naar Zwolle. En van Zwolle naar Almelo, waar mijn z.g. Oom Thijs ons stond op te wachten. Toen zijn we naar Tilligte gegaan. Daarna met Oom Thijs gereden met z'n auto. We zijn ook nog in een café geweest.


Dagboek pinksteren 1964

vrijdag 16 mei 1964 Vandaag gingen we met de trein naar Zwolle, vanwaar we moesten overstappen naar Leeuwarden. Daar vandaan gingen we met de trein naar Workum. Tante Griet haalde ons van het station op. Die avond heb ik het zeilbootje in het water gezet. Daarna hebben we nog een beetje geklaverjast. Die avond riep Ida steeds, dat Leo en ik lagen te praten. zaterdag 17 mei Vandaag waren Leo en ik al vroeg op. We hebben van half tien tot twaalf uur geroeid. Daarna zijn we met z'n allen naar Hindeloopen gefietst. Ida heeft nog ruzie gemaakt, zoals gewoonlijk. Toen het ± half zes was, zijn we naar huis gegaan. zondag 18 mei Vandaag zijn we naar Hindeloopen gefietst. We hadden fietsen gehuurd. Toen het tijd werd om weg te gaan, zijn we naar huis gegaan. Na het eten hebben we nog geklaverjast. We hebben ook nog veel gescrabbled in de vakantie. maandag 19 mei Deze dag hebben we niet veel gefietst. Eerst hebben Leo en ik nog wat gescrabbeld. Daarna hebben we gewandeld. Van Workum, het binnenpad door, verder langs de dijk en daarna rechtsaf een bruggetje over en zo weer naar Workum. Die avond hebben we nog spelletjes gespeeld. dinsdag 20 mei 1964 Vandaag zijn we naar de speeltuin in Rijs geweest. Het was er erg leuk en we hebben ieder drie ijsjes gekregen. We zijn met de bus teruggegaan. Daarna hebben Leo en ik nog iets aan het tuintje gedaan (na het eten). Daarna hebben we nog uitgezocht met welke trein we gaan (we mogen natuurlijk niets van tante Griet zeggen). Hierna gingen we klaverjassen. woensdag 21 mei Vandaag hebben Leo en ik nog iets aan het tuintje gedaan en we hebben ook water geput omdat beneden in de put flessen melk en gazeuse liggen in een emmer. Om 18 minuten voor twaalf gaan we de trein in en dan zijn we om 15.08 uur in Amsterdam. De reis zou dan 3.26 uur duren.


Wieuwerd. Er was iemand machinist op de melkfabriek in Wieuwerd, dat was de man van tante Uilkje. Of er een familieband bestaat weet ik niet. De fiets van tante Griet Haar zwarte grote fiets stond in de schuur iets voorbij het huis van Wouda, vlak bij de ingang van de tennisbaan. Als Griet fietste zat ze rechtop, niet gewoon rechtop, maar kaarsrecht en statig en ze groette mensen met rechtop gestoken vlakke hand met een "Goeie" en dan de bij de persoon horende naam, want zij kende praktisch iedereen. Het rieten koffertje Het rieten koffertje lag altijd op zolder en dat zag je altijd liggen voor het slapen gaan. Dat gebruikte ze vast en zeker, als ze naar ons ging. Baden in de tobbe Toen ik klein was had tante geen geiser in de keuken. Ik herinner me dat we ons in de tobbe (de teil) gingen baden en dat daar gekookt water in ging. Het vierkant Het vierkant lopen. Kon dat op 2 manieren of maar op één manier. Vanaf de Turflan via de telefoonsteeg naar de IJsselmeerdijk, dan richting van de grasdrogerij en via 't Sud weer terug naar huis. Het eerste stuk bevat een aantal pittoreske bruggetjes. Een ander vierkant was de stationsweg dan richting goederenstation en via de weg evenwijdig aan de stationsweg, maar die noordelijker ligt (of lag) weer terug.


Monique in de Tillefonne steeg, 1986.

Met de trein Toen wij nog geen auto hadden, dus zeg maar, voor 1962, gingen we met de trein naar Workum. Altijd overstappen, soms in Amersfoort of Zwolle en altijd in Leeuwarden. Als je dan op het mooie station in Workum kwam zag je conducteurs, de wisselwachters of de stationswachters zitten met hun uniformpetten en de grote hendels om de wissels om te zetten. Een speciaal station is dat geweest. En even verder een goederenstationnetje met een opslagloods. En vlakbij het station bij het bruggetje een café. Vanaf het station hebben we wel eens een taxi genomen. Het station was bovendien een behoorlijk mooi gebouw en ik herinner mij nog levendig het moment dat ik erachter kwam, dat het afgebroken was. Ik was onthutst. Enige jaren later heb ik op een braderie in Workum een foto van het station kunnen kopen. Ook herinner ik me de reis met de boot van Enkhuizen naar Stavoren en dan in Friesland nog maar een klein stukje met de trein.


Het station van Workum toen ik klein was.



Pappa Tom in zijn tank in 1961.
Met de auto

Oze eerste auto was een groene Morris Oxford, de grotere broer van de Morris Minor. Tweedehands gekocht. Een zware auto, die had wel iets weg van een tank. In die tijd barstte het van de lieveheersbeestjes op de afsluitdijk en bij Hindeloopen. Ik was daar bang van. De afsluitdijk was in die tijd tweebaans. Steevast stopten wij bij het monument op de afsluitdijk en mijn moeder ging dan lepeltjes kopen bij het kleine winkeltje. Die winkelmeneer die kende mijn moeder op het laatst wel.

Het liften van de non.

In een bepaald jaar gingen we pas 's middags laat naar Friesland op vakantie. Het regende een beetje en het was al schemerachtig. Vlak bij het einde van de afsluitdijk, bij een pompstation, stond een non half op de weg met beide armen te zwaaien. We stopten en hoorden dat zij dringend op ziekenbezoek naar een ziekenhuis in Sneek moest. Dus kwamen we via Sneek in Workum, nog ietsje later dan we oorspronkelijk dachten.


Het huis. Het huis was niet zo groot. Heel lang was het toilet buiten (het huuske). Pas veel later, ik denk, dat ik een jaar of vijftien was, kwam er een toilet met waterspoeling. Toen moest ook de regenput weg, want die werd een septic tank voor het toilet.


Het huis van tante Griet.


Het petroleumstelletje. Als er één ding belangrijk was om mee te nemen naar een onbewoond eiland, dan was dat voor Griet haar petroleumstellen geweest. Heel vroeger had ze er twee, een grote met 3 pitten en een kleinere met één pit. Want worstjes kon je maar op één manier goed bereiden en dat was en is zachtjes urenlang laten pruttelen op een petroleumstel.

Fietsen mee met beurtschipper Koch. Onze fietsen werden vooruitgestuurd met het binnenvaartschip van de beurtschipper Koch. In Amsterdam brachten we ze naar een steiger achter het centraal station. Dat was de steiger van de firma Drijfhout. Enkele jaren geleden heb ik begrepen, dat er nog een familielijntje loopt naar die beurtschipper Koch.

Het kuchje. Tante Griet had een kuchje, waaraan je haar kon herkennen. Een soort "huggem" waarbij de "u" ontstaat door hem gedurende 1 à 2 seconden uit de keel te hijgen. Als ze nerveus was, dan kuchte ze veel meer. Ik denk, dat ik de enige ben, die het nog steeds goed na kan doen.

De elektriciteitsmeter op dubbeltjes Toen ik klein was, zat er onder de vensterbank een electriciteitsmeter die het op dubbeltjes deed. Eronder stond een zwart bakje, vol met dubbeltjes. Je deed er een dubbeltje in, draaide aan een knop, en je kon weer voor een bepaalde periode electriciteit gebruiken. Het vreemde vond ik, dat je de dubbeltjes er zelf uit kon halen en eventueel opnieuw zou kunnen gebruiken, maar dat deed Griet niet. Die meter is naderhand op geruisloze manier vervangen. Naderhand zat de meter in de gang en werkte toen niet meer op dubbeltjes.


Het huuske 's Avonds ging je naar bed en dan stond de po naast het bed voor als je een plas moest doen. Als de boodschap groot was, dan ging je toch maar naar het huuske. Dat was geen pretje, want er was geen licht en als je de deksel van de pot af haalde dan had je gelijk heel wat vliegen en muggen om je heen. Eens in de zoveel tijd kreeg je een verse poepton ; dan kwamen de tonnetjesmannen op hun praam en jaren later met de vrachtwagen. Omdat de tonnen niet cilindrisch, maar conisch van vorm waren, kon je ze mooi op elkaar stapelen. Toen de tonnetjes al heel lang afgeschaft waren kon je ze kopen. Omdat het huuske werd afgesloten met een draaiklampje aan de buitenkant was het een uitstekende kans om er iemand in op te sluiten.



De achterkant van Turflan 6 in 1986. rechts de keuken, in het midden de slaapkamer en links het huuske. Let op de lang niet meer gewitte muren.


Het zeilbootje Het miniatuurzeilbootje stond op zolder, als je de trap op kwam, direct naast de luikopening tegen de muur op een klein tafeltje. Daar hadden mijn vader en mijn oom als kind mee gespeeld. En daar heb ik als kind mee gespeeld. En op een gegeven ogenblik is het bootje zelfs een keer opgeknapt, ik denk dat ik ergens tussen de tien en vijftien jaar was, dat dat gebeurde. Na het overlijden van Griet is het bootje meen ik naar Jan Yntema gegaan, maar daar kan ik me in vergissen. En Jan zal het ons ook niet meer kunnen vertellen, want ook hij is reeds overleden. Slapen op zolder Op zolder stonden twee tweepersoons bedden. De lakens waren van flanel. De matrassen, ik weet het niet, waren het stromatrassen ? Ja, ik denk het. De geur was eigenaardig. Niet bedompt, want het raam stond veel open. De laatste keer dat ik er sliep was omstreeks 1980 en de geur was er één van herkenning. Ik sliep in het bed, dat tegen de muur aan stond. Als kind zeurde je graag voor het slapen gaan. Je bleef te lang babbelen, net zolang één van de volwassenen boos naar boven kwam. Of dat Griet zou zeggen: "houd nu op van teuten, anders is't niet best !". De waterput De waterput diende voor het theewater en 's zomers diende die als koelkast. In de emmer gingen dan flessen frisdrank die lekker koel bleven. Spelletjes 's avonds en kramp aan het been 's Avonds werd er gekaart, mens erger je niet gespeeld, of we speelden klaverjas of jokeren. Eens op een avond kreeg tante kramp in één van haar benen. Met een langerekte kreet van "auaaoo !!" stond ze langzaam op en hield daarbij beide handen aan het been. We schrokken ons aanvankelijk een hoedje en toen bleek dat het alleen maar kramp was, hebben we er flink om gelachen. Tante kon dat niet zo waarderen. Tante heeft een tijd op het zangkoor gezeten. Ze zong en neuriede nog wel eens een aantal kerkelijke liederen. Je kon merken dat ze blij was als wij er waren. Als tante naar bed ging of uit bed kwam had ze haar haar nog wel eens in een vlecht.

De wekflessen.

In de wekflessen zat vlees, appelmoes en stoofperen. De wekflessen stonden allemaal, en nu praat ik over zo'n vjf tot tien stuks, in de slaapkamer op een plank aan de muur, ik dacht boven de deur. Ik herinner mij, dat er eens op een dag sprake was van goedkoop vlees van een noodslachting. Wat nu eigenlijk een noodslachting was, weet ik niet, maar ik koppel het in mijn gedachten maar aan goedkoop vlees. Het vlees uit de wekflessen was meestal suddertjesvlees en erg lekker. Tante kon ook best goed koken en ze besteedde er veel tijd aan.


Klik hier om verder te lezen.