Voor mijn geboorte
HomepageInleidingHoofdstuk 1Hoofdstuk 2Hoofdstuk 3Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 1

Broers en zusters Griet Riemersma was de op één na jongste in een gezin met 8 kinderen. Tussen 1890 en 1901 werden achtereenvolgens geboren: Willemke, Wiebren, Douwe, Ybel, Wieke, Boukje, Griet en Ida. Willemke werd 59 jaar, Wiebren of Siebren een jaar of 25, Douwe werd 57, Ybel werd 76, Wieke werd een jaar of 20, Boukje daar weet ik niets van, die zal wel op jonge leeftijd zijn overleden en mijn oma Ida overleed op 44-jarige leeftijd, haar heb ik dus nooit gekend. Mijn moeder had het er wel eens over, dat een jong overleden broer van tante Griet een "holbewoner" zou zijn geweest. Griet liet daar echter niets over los.



V.l.n.r. Wieke, Willemke, Griet en Ida Riemersma (omstreeks 1915).


Toen Griet jong was kreeg zij pleuritis; deze ziekte staat ook wel bekend als de pleuris. Zij zou toen in een tentje hebben gelegen, verder weet ik er niets van. Douwe Riemersma Dit stukje is geheel voor rekening van mijn vader. Douwe ging in militaire dienst in de periode van de eerste wereldoorlog. Daarvoor voer hij op binnenvaartschepen. Tijdens die tijd is hij een keer op zijn rug in een ruim gevallen. In het leger werd de pijn in zijn schouder en rug erger. Men wilde hem pas uit het leger ontslaan als hij een verklaring tekende dat het leger niet aansprakelijk was voor zijn verslechterde conditie, hetgeen hij uiteindelijk heeft gedaan.


Thomas Riemersma en zijn zoon Douwe.

Hij is een keer 's avonds met zijn fiets in een niet-afgedekt gat in de weg gereden, waarna hij veel van zijn zelfvertrouwen is kwijtgeraakt. Douwe verkocht petroleum in Workum, totdat hij niet meer in staat was om dat te doen. Hij reed een grote handkar van het type dat vermoedelijk nog in de oudheidkamer (museum) in Workum staat. Ook bracht hij een aantal tijdschriften rond. Naderhand werd e.e.a. overgenomen door zijn zuster Griet. Verzorging van ouders De ouders van tante Griet waren Thomas Riemersma (1861-1947) en Grietje Yntema (1865-1950). De vader van Grietje was Douwe Obes Yntema. Van hem weten we dat hij voorzanger was in de doopsgezinde kerk. De aan Douwe Obes uitgereikte bijbel is in het bezit van mijn ouders. Thomas Riemersma voer als schipper, onder meer op de palingaken. De paling werd voornamelijk in Londen verkocht. De vader van Thomas was genaamd Pieter Riemersma, die op jonge leeftijd zou zijn overleden aan een zonnesteek, die hij opliep tijdens het hooien op het land. Pieter's weduwe was Ybeltje de Haan, een grote vrouw, die ook wel eens "de beer" werd genoemd. Zij verdiende wat extra's door bij bepaalde gelegenheden oliebollen te bakken.


Tante Uilkje, Grietje Yntema en Griet


Pa op school in Workum Toen mijn vader een jaar of tien was, heeft hij enkele maanden in Workum op school gezeten. Dat was op dezelfde school als waar tante Griet naderhand is gaan werken. Hij zat onder meer bij Frerik de Lange in de klas, die later groenteman is geworden op Het Merk (zijstraat van waar tante Griete woonde). In dezelfde tijd woonde mijn vaders broer in Amsterdam bij "oom" Anne en "tante" Marie Polma, die beide uit Workum afkomstig waren en kinderloos bleven. De petroleum, de petroleumschuur Een ver familielid betitelde tante als "petroleum Griet" De petroleumschuur stond aan de weg naar het station aan de rechterkant, dus ergens in de buurt waar nu de begraafplaats ligt. Broer Douwe bracht petroleum rond en had daarbij een grote handkar. Zelf weet ik, dat Griet petroleum rondbracht in fietstassen, waarin een stuk of 6 à 8 van die één liter kannen met zo'n schenktuitje pasten. Die stalen schenkkannen zie je nog in de Workumer oudheidskamer. Buurvrouw Aukje Met buurvrouw Aukje had Griet een bijzondere haat-liefde verhouding. Ik herinner mij nog goed, dat Griet boos was op Aukje, omdat Griet 's nachts hulp zocht, misschien had ze kramp in haar been of zoiets, en daartoe de aandacht van Aukje probeerde te trekken door met een hamer op de muur te slaan. Daar hebben in ieder geval twee muren en een gang tussen gezeten. Aukje heeft daar niet op gereageerd zoals Griet had gehoopt en dat heeft Griet haar nog lang kwalijk genomen. De vader van Aukje, bij ons bekend als buurman Van Meekeren, heeft nog een hele tijd de brug bediend. Hij droeg bijna altijd zo'n zwart schipperspetje. Ik meen, dat buurman Van Meekeren ook in de tijdschriften-verspreiding heeft gezeten en daarbij een concurrent van Griet is geweest. Aukje was, net als Griet, ongetrouwd doch circa 15 jaar jonger. Ik hoorde altijd de naam Hinke-Tets vallen, dat is een zuster van Aukje. Een buurvrouw die ik minder goed heb gekend was buurvrouw Margje (of Martje), dat werd altijd uitgesproken als "Matsje". Met die buurvrouw heeft Griet een hele tijd samen een krant gedeeld. Dan woonde op de hoek buurman Oppewal. En als naaste buren had je de familie Veenstra of De Jong met de zoons Geert en Roelof. Iets verder had je buurvrouw Lageweg. De liefde Hoe zou het nu met de liefde hebben gezeten ? Pas op de tachtigste verjaardag van buurvrouw Aukje, lang na de dood van Griet, heb ik daar iets over kunnen opvangen. Dat er een veehandelaar was, die regelmatig aan de deur kwam en wel belangstelling voor haar toonde. En dat er dan in de keuken wel gelachen werd. En dat is dan alles wat er over te zeggen valt. Het liep nu eenmaal zo, dat zij haar ouders is gaan verzorgen. En dat hebben vele vrouwen in zulke situaties gedaan. En de liefde is daarvoor opzij gezet. Volgens mijn vader had een zekere Jelle Knibbel, dat was zijn bijnaam, een oogje op Griet. Jelle was een boomlange magere man, behept met x-benen en knokige knieën, vandaar zijn bijnaam. Jelle was groentehandelaar en liep met een handkar. Jelly Nauta Vader Sikke, was smid, als ik het wel heb. Haar moeder ging op latere leeftijd schilderen. Jelly heeft een tweelingbroer. Als haar vader en moeder naar Amsterdam op bezoek kwamen, ging haar vader regelmatig met de tram toeren voor zijn plezier. Jelly's moeder is omstreeks 1996 overleden. Op latere leeftijd is zij gaan schilderen en heeft zelfs nog eens een expositie gehad. Jelly zat op de gereformeerde school en ging na school ook wel eens bij Griet langs. Uiteindelijk leidde dat ertoe dat ze enkele keren met Griet mee mocht uit logeren in Amsterdam bij ons thuis. Jelly werd later verpleegster en heeft heel wat jaartjes in Amsterdam gewoond.




Ida, Paula en Jelly

Het werk, kraamverzorging, de school Naar verluid heeft Griet in haar jonge jaren als kraamverzorgster gewerkt. Na het overlijden van haar broer Douwe in 1951 viel meteen Griet's inkomstenbron weg. Ze heeft wel eens verteld dat ze na de begrafenis van Douwe nog maar zo en zoveel guldens had, ik weet alleen nog, dat dat echt niet zoveel was. In die tijd betekende dat voor Griet dat ze op 51-jarige leeftijd als schoonmaakster in de school aan het werk ging. In de school moest ze 's morgens vroeg schoonmaken en 's winters de kachel opstoken. Ik meen, dat zij dan omstreeks half vijf haar bed uitging. Verder boende zij de vloeren. Er was eens commentaar van iemand over haar verbruik van groene zeep. Daar mocht echter niet over geklaagd worden, want als u ziet hoe Griet het doet, dan begrijpt u het wel. Haar kennende deed zij het vast niet op de gemakkelijkste manier. Niet lang geleden hoorde ik van mijn schoonvader dat voor granieten vloeren inderdaad groene zeep een uitstekend middel is. Tante had het dus echt wel bij het rechte eind. Toen Griet 65 werd heeft men haar nog gevraagd of zij langer kon blijven als schoonmaakster, maar dat wilde ze niet. Het vroege opstaan en het vele handwerk viel haar toch wel zwaar.


Klik hier om verder te lezen